80 evenwel dat met dien onvoldoenden toestand moest genoe gen worden genomen, omdat bedoeld huis eerst tegen de Kerstvacantie kon beschikbaar zijn. De verordening van 17 Junij 1873 bepaalt eene ver deeling van het onderwijs in vijf klassen in plaats van in vier, zooals tot dien tijd bestond, terwijl het zelfstandige der inrigting, evenzeer als die gewijzigde verdeeling, uit breiding van het onderwijzend personeel vorderde. Hierin werd zooveel en zoo spoedig mogelijk voorzien, zoodat met het einde des jaars dat personeel bestond uit de Heeren: Dr. L. R. Beynen, Rector. Dr. J. Rutgers, Conrector. Dr. H. Mulder. Dr. J. W. G. v. Gordt. Dr. J. A. H. Frankamp. Dr. J. J. van Renesse. J. M. Jaeger. Het programma der lessen van het gymnasium voor 1873/4 wordt als bijlage Z achter het Verslag gevonden. Als Curatoren werden door den Raad benoemd de Heeren Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge, Mr. F. de Greve Jhr. Mr. H. J. van der Heim, Dr. J. Bosscha Dr. M. P. Lindo, welke Heeren die benoeming welwillend hebben aange nomen. Aan het materieel en de hulpmiddelen van het onderwijs moet eene groote uitbreiding worden gegeven, vooral voor het onderwijs in de natuur- en scheikunde. De begrooting voor 1874 voorziet hierin reeds gedeeltelijk. Over 1873 werd voor deze school uitgegeven 15,350.58^ terwijl aan schoolgelden werd ontvangen 5,650.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 86