Veestapel. Ook ons berigt ten aanzien van den toestand van den veestapel moet onbelangrijk zijn,1 op grond de veestapel zelf alhier van geen beteekenis is. Niettegenstaande hetgeen door ons werd medegedeeld omtrent de longziekte, mogt de veehouder zich over het algemeen verheugen in de goede gezondheid van zijn vee, waartoe het gunstige weder voorzeker veel heeft bijgedragen. houtteelt alhier slechts in zeer geringe mate plaats vinden mogen wij toch niet nalaten op te merken, dat de boom- kweekerijen der Gemeente, die strekken om in eigen be hoefte te voorzien, niet onvoordeelig zijn geweest, en dat de houthak in het Scheveningsche Bosch, ofschoon zij natuurlijk niet uit winstbejag geschiedt, toch sedert eenige jaren aan de Gemeente een geregelde inkomst oplevert. Dezelfde oorzaken die ten vorigen jare de gewone ont ginning van duingronden door afzanderij hebben tegen gehouden, werkten daarop in 1873 ongunstig. Daartegen over staat evenwel, dat door het contract met den aan nemer G. Keij eene oppervlakte van ongeveer twee hectaren teelland werd verkregen, dat geschikt is om in 1874 te worden verpacht, en dat de voortzetting der waterpartij de gelegenheid heeft geschonken om strooken duingrond die vroeger geen waarde hadden, met hout te bezetten en op die wijze althans eenigermate winstgevend te maken. Overigens valt omtrent duinbeplantingenafzanderijen zandverstuivingen en de middelen tot beteugeling daarvan niets bijzonders te vermelden. Bij de westelijke stormen is zandverstuiving in de nabijheid der zee onvermijdelijk, en met hoeveel zorg onze duinen door helmbeplanting daartegen beschermd wordentoch levert elk jaar het bewijs, dat die bescherming nuttig maar niet afdoende is. 91

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 97