95 II. Fabrieknijverheid en ambachten. a. Ten aanzien der in de gemeente aanwezige fabrieken met opgave van het getal arbeiders en de uitbetaalde werkloonen verwijzen wij naar den staat als bijlage PP hierachter opgenomen, welke staat behoort bij het verslag der kamer van koophandel en fabrieken, dat wij als bijlage QQ laten volgen. In Hoofdstuk V van dat verslag, welk hoofdstuk han delt over nijverheid, worden onder lett. a de verschillende inrigtingen van fabrieksnijverheid besproken, die in onze gemeente gevonden worden en onder lett. b worden de bedrijven van ambachtsnijverheid in hun meerdere of min dere ontwikkeling nagegaan. De slotsom dier bespreking en beschouwing is geenszins onbevredigend, want het schijnt dat, al moet het hoofd geboden worden aan eene sterke concurrentie uit het bui tenland en al zijn de middelenwaarmede die concurrentie wordt gevoerddikwijls in het nadeel onzer ingezetenen er toch vooruitgang in vele nijverheids vakken te bespeuren is, zoodat uit dien hoofde door de kamer de algemeene toestand niet ongunstig wordt genoemd. De opgaaf der Stoomwerktuigen in elke fabriek, met vermelding van het getal en de paardenkracht, die verder verlangd wordt, is eveneens opgenomen in den Staat, bijlage PP, waaromtrent de Kamer de sedert verscheidene jaren aan geheven klagt herhaalt dat haar die opgaven slechts onvolledig worden gedaan. Wij kunnen niet nagaan of de Kamer met juistheid de oorzaken dier terughouding van de zijde der industriëlen opgeeft, en gaan dus dit punt verder met stilzwijgen voorbij. Nijverheid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 101