98 uil klaringen. Werven e. d. In- en artikelen, zooals die in het voorschrift van het verslag wordt verlangd, is opgenomen in Hoofdstuk II, lett. b, van bijlage QQ. Wij nemen daaruit over, dat ten gevolge der opheffing van de differentiële regten in Indië sedert 1 Januarij 1874 geen certificaten van Nederlandschen oorsprong of bewerking voor de verzending van goederen derwaarts meer geviseerd werden, terwijl wij overigens nog kunnen mededeelen, dat alhier in het afgeloopen jaar 25 faillissementen werden uitgesproken en dat 16 faillissementen door accoord werden afgedaan. en Scheepsbouw. Over dit onderwerp valt voor ’s Gravenhage niets te berigten en wat Scheveningen betreftgeeft het verslag der Kamer van Koophandel in Hoofdstuk III te kennen, Voor 42419 vaartuigen werd in het afgeloopen jaar alhier havengeld betaald. De vermindering van dat cijfer tegenover dat van het vorige jaar bedraagt 1955 en schijnt te moeten worden toegeschreven aan den verminderden afvoer van zand voor de spoorwegen te Rotterdam, welke afvoer ten einde loopt. Het aantal in deze Gemeente behoorende vaartuigen is weder met twee toegenomen en bedraagt 64; deze vaar tuigen, waarvan 22 van Scheveningen zijn, dienen daar grootendeels tot vervoer van steurharing, en voor ’s Graven hage öf voor het fabriekwezen öf tot aanvoer van brand stoffen, aardappelen, fruit en andere behoeften. C. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 104