Bi
'll
u
ft
11
j
■H
Bijlage I.
's Gravenu age, 25 February 1875.
a.
b.
c.
Het is voor de Commissie van beheer over de geschied- en
oudheidkundige verzameling betrekkelijk ’s Graven hage bijzonder
aangenaam haar verslag over het jaar 1874 te kunnen aanvangen
met hare ingenomenheid uit te spreken over ’s Raads besluiten
tot verhooging der jaarlijksche bijdrage van f 800 op
f 1000.
tot verhooging van de jaarwedde van den Concierge met
100.
tot beschikbaarstelling eener som van 500 voor het
onderhoud van de schilderijen der Gemeente.
Door deze besluiten heeft de Raad bij vernieuwing blijken
van belangstelling gegeven in het Gemeente-Museum en ook
een zeer te prijzen maatregel genomen ten aanzien van de
schilderijen der Gemeente, waaronder doeken zijn van hooge
waarde, zoo van oude als van moderne kunst.
Tot laatstbedoeld besluit gaf aanleiding een adres van de
heeren de Stvers, Vosmaer en Bisschop waarbij deze heeren
’s Raads aandacht vestigden op den toestand waarin sommige
schilderijen verkeeren en meer bepaald het stuk van Jan van
Ravesteijn, voorstellende de Haagsche magistraat personen
en de schutter-officieren in de jaren 1617 en 1618.
Na herhaald onderzoek door deskundigen gaf de Raad in zijne
Vergadering van 20 October 11. magtiging bedoelde schilderij
van van Ravestein te doen verdoeken. Eerlang zal met dit
werk, op advies onzer Commissie door üw Collegie opgedragen
aan den heer W. A. Hopman te Amsterdamworden aangevangen.
De Commissie stelt zich voor in den loop van 1875 na te gaan
welke schilderijen vervolgens allereerst voor restauratie be-
hooren in aanmerking te komen.