I I 1 Bijlage M. 's Graveniiage, 28 December 1874. O Bij den geregelden gang der exploitatie van het Gemeente- Badhuis te Scheveiiinf/envalt het moeijelijk jaarlijks daarom trent een uitvoerig verslag uit te brengen. De Commissie gelooft zich daarom te kunnen bepalen tot de herinnering aan enkele bijzonderheden. Zij zelve is gedurende 1874 niet voltallig geweest. De heer Pompe van Meerdervoort immers, tot vervulling van eene der bestaande vacatures benoemd, heeft slechts korten tijd de belangen van het Badhuis kunnen behartigeneerst werd hij daarin verhinderd door eene langdurige ongesteldheid, later ontviel hij aan de Commissie door zijn vertrek naar het buitenland. De Commissie heeft dit zeer betreurdomdat zij zich van dien ijverigen en ondervindingrijken man veel goeds voor de belangen van het Badhuis had voorgesteld. De Commissie mag niet nalaten een woord van erkentelijk heid uit te spreken voor den heer J. Bervoets die uithoofde zijn verzwakten gezondheidstoestand, bij de laatste verkiezing der Commissie, verzocht heeft buiten aanmerking te blijven. Van de invoering der eigen exploitatie van het Badhuis af was hij lid der Commissie en hem komt alle hulde toe voor zijne bijzondere belangstelling voor deze Gemeente-inrigting »an de bevordering van wier bloei hij met de meeste ingeno menheid werkzaam was. De Directie was dit jaar opgedragen aan den heer F. J. Schoor ter vervanging van zijne moeder, de Weduwe Dierkx die reeds in 1873 ongesteld geworden, gedurende den winter zeer lijdende was. Tegen het voorjaar deed een aanvankelijk herstel de hoop koesteren, dat zij in den zomer hare gewone bezigheden zoude kunnen hervatten. Die hoop werd verijdeld en op ’t laatst van July bragt eene slepende ziekte haar ten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 142