Gelijk den Raad bekend is, heeft het Rijk het strand vóór
het Badhuis in huur afgestaan aan de Gemeente, met vergun
ning tot onder-verhuring. Aan staangelden voor tentenstoelen
en kramen met koopwaren is ongeveer dezelfde som ontvangen,
als die huur bedraagt. Het doel, de wering van ongerief, uit
het vrij gebruik van het strand door tentenverhuurders en
kleine kooplieden ontstaandeis nog niet geheel bereikt.
Ook thans geeft de Commissie een overzigt van haar finan
tiëel beheer. Zij meent er echter met den meesten ernst op
te moeten wijzen, dat men zeer voorzigtig moet zijn met uit
de onderstaande cijfers gevolgtrekkingen af te leiden. Immers
het is niet wel doenlijk eene juiste afscheiding te maken tus-
schen de uitgaven, die het Badhuis als gebouw en die zuiver
de exploitatie betreffen. Op de rekening van de laatste is in
1874 meer geleden wat het eerste betreft dan vroeger het
geval is geweest.
Om aan billijke eischen tegemoet te komen en gegronde
klagten te voorkomen, is een groot aantal bedienden in huis
en op het terras noodig en de loonenvooral van vaste be
dienden, zijn hoog. En nog kost het soms veel meer moeite,
dan men denken zoude, om geschikte personen te verkrijgen.
De Commissie tracht zooveel mogelijk in eene goede en gere
gelde bediening te voorzien; maar dit vereischt meer overleg,
meer toezigt en meer geld, dan menigeen vermoedt.
Het materieel van den inventaris slijt ontzaggelijk door het
veelvuldig gebruik en de weinige zorg, waarmede bedienden
daarmede omgaanniettegenstaande het aanhoudend toezigt
van den Directeur. Herhaalde vernieuwing is daarvan het
gevolg. Dit een en ander doet de exploitatiekosten stijgen en
drukt op de uitkomsten. De Commissie beijvert zich inmiddels
meer en meer misbruiken tegen te gaan.
De reparatie der badkoetsen heeft dit jaar eene zeer aan
zienlijke som van ƒ6000 vereischt; ook hierdoor is de rekening
bezwaard en is dus de uitslag van het saizoen minder gunstig,
dan men had verwacht.
In ronde sommen wordt hier een vergelijking gegeven van
de kosten van het jaar 1874 met die van 1873.