I 1 I aan zeer zwakke zieken werd verstrekt. Het verschil in prijs per kilogramin het vorig verslag vermeldleverde aan den post van uitgaaf voor chocolade over het geheele jaar eene vermeerdering van een en twintig guldens. j 10,000 bewilligde tot aankoop quo barakken zouden zijn opteslaan. Daarmede is in elk geval eene belangrijke schrede gedaan tot opheffing van een stand van zakenstrijdig met de voor schriften der wet op de besmettelijke ziekten. Dit laatste was in de eerste plaats noodigdoch het streven naar de opheffing der besmettelijke afdeeling had ook nog tot prikkel een einde te maken aan de meermalen geopenbaarde bekrompen, en dus schadelijke gelegenheid tot verpleging van lijders en onvoldoende ruimte tot huisvesting van het dienstdoend personeel. Het zal bijgevolg overbodig zijnhier ter plaatse nog eens in den breede de dringende noodzakelijkheid te betoogenom spoedig te geraken in het bezit van eenig terreinwaardoor wij ons dan konden ontslagen rekenen van de bezwarende uit- noodiging om de besproken afdeeling beschikbaar te blijven houdenvoor het geval eene epidemie mogt uitbreken. Ten andere mag er op gewezen worden, dat in het gesticht is aangebragt eene electrische schellen-inrigting voor lijders der 1ste en 2de klasse. De voorgestelde uitbreiding dier inrigting voor het geheele Gasthuis mogttot ons leedwezen’s Raads goedkeuring niet verwerven. De uitkomst van het geldelijk beheer was van dien aard Ons overigens bepalende tot een paar zaken van localiteit en inrigtingzij eerstens in herinnering gebragtdat op de voorgestelde opheffing der afdeeling besmettelijke zieken en verpleging van zoodanige lijders in houten barakkenwaarop reeds zoolang was aangedrongende Raad hoezeer het in zijne bedoeling ligt om tot den bouw van barakken te doen overgaan wanneer zich met grond eene epidemie doet vreezen er zich echter niet mede heeft kunnen vereenigen om daarvoor nu reeds de noodige middelen te ramenen alleen de som van van een terrein waar casu

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 162