J De Geneesheer-Directeur van hel Gasthuis Dr. G. P. VAN Tienhoven. Wil men eene vergelijking, zoo dient nevens andere zaken althans in de eerste plaats het sterftecijfer naast dat van den gemiddelden duur der verpleging te worden gesteld. Het be hoeft toch geen betoog en reeds vroeger vestigde ik hierop ook de aandacht dat het cijfer der verplegingsdagen in den regel in omgekeerde verhouding staat met dat der sterfte. Immersin het Gasthuis worden doorgaans slechts personen opgenomenwier herstelzoo de verpleging dit gelukkig ge volg mag hebbeneen lang tijdsverloop vordert. Voor een grooter getal verpleegdagen eene betere verhouding tusschen het cijfer der herstelden en der gestorvenen te verkrijgenzal wel door niemand een gering of een te duur gekocht voordeel genoemd worden. Ik heb gemeend op dit punt nog nader te moeten aandrin gen omdat de beschouwing omtrent onze inrigting gevolgd is door eene vermindering van hare door Burgemeester en Wet houders voorgestelde begroeting. Ik stel mij daarbij voor, dat, indien niet door het eigen aardig lichtdat op den duur der verpleging geworpen is andere omstandigheden meer in de schaduw waren gesteld die vermindering niet zou hebben plaats gehad. Daardoor is thans eene verbeterde verpleging der lijders achterwege gebleven en een toestand bestendigdwaartegen ikmet het oog op mijne groote verantwoordelijkheidook thans nog meen mijne bezwa ren met den meesten ernst te moeten kenbaar maken. Laat mij hierbij ten slotte voegendatzoo door het toezigt Uwer Commissie een officieel onderzoek van de zijde van den Gemeenteraad overbodig mag heetenhet mij bijzonder welkom zal zijnindien Uwe medeleden van den Gemeenteraad zich persoonlijk geheel op de hoogte wilden stellen van hetgeen in het Gasthuis voor onze lijdende stadgenooten wordt verrigt en gewenscht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 177