Gedurende het tijdvak, waarover dit verslag loopt, werden
de lessen nog in de oude lokalen gehouden. 34 hulponderwijzers
en mannelijke kweekelingen43 hulponderwijzeressen en vrouwe
lijke kweekelingen maakten daarvan gebruik. Het hooger cijfer
dezer laatsten (een verschijnsel, dat zich voor het eerst op
deze lessen voordoet)mag niet ongemerkt worden voorbijgegaan.
De gang en uitkomsten van het onderwijs stemden met deze
cijfers overeen. Van de mannelijke kweekelingen, die zich voor
de hulponderwijzersakte aanmeldden, werden 7 afgewezen; slechts
de helft der candidaten (7) slaagde in het examen. De vrouwe
lijke kweekelingendie zich voor de akte van hulponderwijzeres
aanmeldden, 5 in getal, slaagden allen, met eene uitzondering;
aan deze kweekelingdie bij het voorjaars-examen werd afge
wezen, is echter bij de najaars-examens de akte toegewezen.
De hulponderwijzers (5) en hulponderwijzeressen (2), die zich
voor de akte van hoofdonderwijzer en hoofdonderwijzeres aan
meldden, slaagden allen.
Van de mannelijke kweekelingen moesten er 4van de
vrouwclijke 2 bij de overgangs examens wegens onvoldoende
vorderingen worden verwijderd. Van de laatsten onttrokken
zich geene vrijwillig aan het onderwijs; van de mannelijke
kweekelingen bleven 2 weg zonder kennisgevingkozen 7 eene
andere betrekkingvertrokken 3 naar elders en werd 1 wegens
voortdurend verzuim ontslagen.
Gedrag en vlijt der kweekelingen gaven meer redenen tot
tevredenheid dan vroeger. Maar terwijl de uitkomsten der lessen
voor de vrouwelijke kweekelingen zeer gunstig warenlieten
zij voor de mannelijke kweekelingen veel te wenschen over en
achtte de Commissie van bestuur daarom den tijd gekomen
om tot eene geheele reorganisatie der normaallessen over te
gaan. De Schoolcommissie wenscht niet op de overweging van
het bestuur vooruit te loopen; zij mag echter niet nalaten als
hare meening uit te sprekendat eene geheele verandering
van de inrigting der normaallessen onder krachtig, eenhoofdig
bestuur alleen in staat zal wezen om op den duur de renten
der aan die lessen ten koste gelegde gelden door de ingezetenen
te doen genieten en om het onderwijs vruchtbaar te maken