lager onderwijs medegedeeld en middelen tot verbetering aan- geprezen. De Schoolcommissie daaromtrent gehoord zette hare meening breedvoerig uiteen. Daarop is door den Gemeenteraad aan de Afdeeling dank gezegd voor hare ijverige bemoeijingen in het belang van het onderwijs. De gedachtenwisseling had tot dusver geen verder gevolg. Gelukkig mag in den bestaanden toestand thans verbetering worden verwacht. In hare vorige jaarverslagen heeft de School commissie er reeds op gewezendat tweeërlei oorzaak nadeelig op den toestand van het schoolbezoek werkt: gebrek aan vol doende lokalen en minder gelukkige plaatsing der aanwezige scholen voor onvermogenden. Bij de Gemeentebegrooting voor 1875 zijn door Burgemeester en Wéthouders de gelden aan gevraagd, om aan beide gebreken te gemoet te komen. Aan het eerste door den bouw' eener nieuwe armenschool aan de noordwestzijde der Gemeenteaan het tweede door voorloopige maatregelen voor den bouw' eener nieuwe school voor onver mogenden of voor minvermogenden in het midden der kom van ’s Gravenhayewaardoor de school in de Lepelstraat zoude vervallen en tot bewaarschool worden ingerigt. De gevraagde gelden zijn door U toegestaan, en de Schoolcommissie vleit zich met de hoopdat daardoor nog vóór het einde van dit jaar in cte zoo dringende behoefte aan schoollokalen zal worden voorzien. Dan kunnen in een volgend jaar de overbevolking van sommige scholen ophouden, de restanten verdwijnen, eene goede schoolwijkverdeeling worden tot stand gebragt en de strijd tegen het schoolverzuim met nieuwen ijver en meerder hoop van slagen worden opgevat. In de bestaande schoollokalen voor onvermogenden werden in het afgeloopen jaar enkele verbeteringen aangebragt. De afscheiding in het groote lokaal der school op het Kortenbosch waarop reeds zoo lang was aangedrongen, kwam tot stand. De daartegen vroeger geopperde bezwaren bleken ongegrond; de bruikbaarheid der school is er zeer door toegenomen. Voor de tt. DE SCHOLEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 183