en met staatsinrichting eerst in de 4de klasse zou worden aan gevangen. Uwe Vergadering nam, op ons voorstel, deze wijziging in de verordening der Hoogere Burgerschool aan, dat het school jaar voortaan van 1 September tot 16 Julij zalloopen, de groote vacantie en de overgang- en toelating-examens iets vroeger dan voorheen gesteld kunnen worden en het geven van prijzen en getuigschriften heeft opgehouden. (Férz. n°. 415.) Deze veranderingen werden deels in vergelijking met andere inrichtingen van gelijken aard, deels uit opvoedkundig oogpunt wenschelijk geoordeeld. Behalve de Regelen omtrent het bij wonen van enkele lessen, werden de Instructie voor de leeraren de Bepalingen omtrent de schooltucht en die omtrent de toelating- en overgangexamens door Burgemeester en Wethouders (Ferz. n°. 411414) vast gesteld. Naar aanleiding der laatste namen Burgemeester en Wet houders tevens een programma aan der vereischtenom tot de lste klasse te worden toegelaten, hetwelk jaarlijks vóór 1 Mei algemeen verkrijgbaar zal gesteld worden. Uwe machtiging werd aan Burgemeester en Wethouders ver leend om eenige voorwerpen van natuurlijke historie voor de Hoogere Burgerschool te aanvaarden. Wij vestigen hierop in het bijzonder de aandacht, omdat het feit, dat de openbare scholen van particuliere zijde medewerking ontvangenom hare voor het onderwijs zoo nuttige verzamelingen aan te vullen een aangenaam en te waardeeren verschijnsel mag gerekend worden. Ten aanzien van het gebouw zij nog aangestipt, dat de privaten aldaar niet voldoen en dat de noodige urinoirs en de in de leerkamers en in Directeur- en Commissiekamer noodige ■schellen ontbreken. 2. De Onderwijzers Artt. 23, 24 en 29. Met voorbeeldigen ijver hébben Directeur en leeraren der Burger dag- en avondschool hunne tijdelijk zeer verzwaarde taak vervuld, toen bij het splitsen der lste klasse de benoeming van den hierdoor noodig geworden nieuwen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 229