Het bijzonder onderwijs.
Artt. 44 en 45 jcto. 2. Aan het onderwijs der Academie van
Beeldende Kunsten namen in den cursus van 1 October 187374
weder meer leerlingen dan het vorige jaar deelte weten 272
onder welke 179 betalende, 47, die voor rekening van leden
het onderwijs genoten, en 46 onvermogende; terwijl het school
jaar 187475 zelfs met ruim 300 leerlingen aanving. Gewijzigde
reglementen voor de Academie en het Onderwijs werden aan
genomen waarin de bestemming der school zoowel voor mannelijke
als voor vrouwelijke leerlingenalsmede tot het verkrijgendes
verlangdder actenbedoeld bij art. 77 litt. d en der wet
op het middelbaar onderwijs, werd erkend, en volgens welke
het onderwijs, buiten de voorbereiding tot deze acten en buiten
het onderricht aan de kweekelingen van het lager onderwijs,
verdeeld werd in 5 afdeelingenA voor de gronden der toeken
kunst voor meer uitgebreide teekenkunstC voor ornament
1) voor boetseerkunst en E voor bouwkunde met de daarbij
3. De Schoolgelden.
Art. 37. Uw Raad stelde, vooral naar aanleiding van het te
bepalen schoolgeld voor hen, die enkele lessen der Hoogere
Burgerschool volgen, de Verordening op het bedrag en de
grondslagen en die op de invordering van het schoolgeld
dezer inrichting op nieuw vast. Toen over een voorstel, gedu
rende uwe beraadslaging gedaan, om het schoolgeld voor alle
lessen van 60 op 80 te brengen, de stemmen hadden ge
staakt meenden wij u op het onzes inziens voor de school in
vele opzichten nadeelige van zoodanige verhooging te moeten
wijzen, welke daarna door u werd verworpen. Het schoolgeld
voor het bij wonen van enkele lessen werd door u als minimum,
nl. voor ééne lesbeurt ’s weeks, op f' 10 en als maximum, nl.
voor meer dan twaalf lesbeurten ’s weeksop 48 per jaar
bepaaldwaarbij de vakken door elkander gerekend worden.
Ons voorstel, om in het belang van de orde der school het
innen der schoolgelden van den Directeur op den Gemeente
ontvanger over te brengen, mocht, tot ons leedwezen, uwe
goedkeuring niet verwerven.