en r 47 70 i timmeren meubelmaken smeden schilderen bij den nieuwen cursus 37 20 6 7 1 October van den lieer A. le Comte van Delft tot hoofd- leeraar in het ornament noodzakelijk, terwijl vroeger de heer J. Mesker, als leeraar in de gronden van het ornamentteekenen op verzoek ontslagen, door den heer C. J. Laarman vervangen was. De kweekelingen Faber en Looisen werden als tijdelijke leeraren in het rechtlijnig teekenen en de gronden van het handteekenen aan het hoofd van twee parallelklassen geplaatst. De Academie genoot de gewone gemeentelijke subsidie van ƒ6100 en, ter inrichting der pleistergalerijdit jaar eene rijks- subsidie van 500. Ter nauwernood kon echter door de bijdragen en schoolgelden, geholpen met deze subsidiënin de vermeerderde behoeften voorzien worden. De bestuursleden de heeren J. J. van Mulken en P. Mouthaan werden als zoodanig door de heeren Jhr. Mr. V. de Stüers en J. J. C. de Wijs vervangen. Ook op de Ambachtschool was het getal leerlingen in het afgeloopen jaar klimmende. In deze nuttige inrichting toch was dit getal, met bestemming voor: begin des jaars 23 14 4 6 Van de 60 aspiranten bij het toelatingsexamen in September, hetwelk voornamelijk over schrijven, oordeelkundig lezen en de beginselen van het rekenen en stellen liep, werden 37 aan genomen. Voor het theoretische onderwijs datmet inbegrip van recht lijnig en bouwkundig teekenen, des morgens tusschen 8 en 12 uur gegeven wordtzijn de leerlingenten gevolge der ver meerdering alsnu in twee klassen moeten verdeeld worden terwijl de laagste klasse hiervoor zelfs in twee parallelafdeelingen is gescheiden. Het practische onderricht tusschen 1{ en 5 uur (’s zaterdags tusschen 1 en 4 uur) splitst zich naar de boven gemelde ambachtenen de avonden zijnvoor ieder der twee

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 234