De eindexamens. Pols nam het Secretariaat, dat de heer van Geuns een jaar vervuld had, op zich, doch bleef slechts kort in ons midden, als zijnde door koninklijke benoeming naar elders geroepen. De Plaatselijke Commissieop ons voorstel door U van 7 op 9 leden gebracht, verkreeg daarna Dr. J. Th. Mouton en Mr. C. Polis tot nieuwe leden, van wie de laatste in 1876, de eerste in 1879 aan de beurt van aftreding zijn zal. Voor het toezicht in 1875 op de Academie van beeldende kunsten werden aangewezen de leden van Geuns en Fijnje, voor dat op de Ambachtschool de leden Drijfhout van Hooft en Sluiter. De heer Drijfhout van Hooff zal tevens het Voorzitterschap vervullen in de Commissie van eindexamen der Burger dag en avondschool volgens art. 56 der wet. Van de vergaderingen, door ons in 1874 gehouden, werd ééne bijgewoond door den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs Dr. D. J. Steyn Parvé. Art. 56. De Commissie van eindexamen der Burger dag- en avondschool diende haar verslag dd. 22 Juli 1874 bij u in. Behalve de 10 leerlingen der school, van wie, zooals hierboven vermeld werd, 9 zijn geslaagd, meldden zich geen candidaten daarvoor aan. Art. 57. Aan het provinciale eindexamen der Hoogere Burger scholen onderwierpen zich, voor zoover ons bekend is, geene anderen uit deze gemeente, dan 11 leerlingen barer Hoogere Burgerschool. Aan 10 van deze kon het verlangde getuigschrift uitgereikt worden. De helft der gezegde 10 legde daarna het toelatingexamen voor de Militaire Academie af, alle met gunstig gevolg. Wij laten ten slotte volgen den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 236