engelsche taal. Vormleer. Afleidingsleer en buigingsleer van werkwoorden en kleinere rededeelen. Logische ontleding. Syntaxis. Leer van den enkelvoudigen volzin. Plaats der onderscheidene rededeelen in den enkelvoudigen volzin. Stijloefeningen. Dr. Cosijn, Nederlandsche Spraakleer, 2de stuk. Van Dale, Beknopte Logische Analyse. De Vries en te Winkel, Woordenlijst. Hildebrand, Camera Obscura. Herhaling en uitbreiding van het geleerde. Opstellen in het Fransch over een door den leeraar opgegeven onderwerp. Lezen. Vertalen. Oefening in het spreken van het Fransch. Geschie denis van de Fransche taal en letterkundevan de vorming der taal tot en met de eeuw van Lodewijk XIV. LarousseRacines grecques. Larousse, Racines latines. P. Corneille, Le Cid. Racine, Les Plaideurs. Racine, Esther. Molière, l’Avare. Alfred de Vigny, Souvenirs de grandeurs et servitude militaires. Poitevin, Grammaire fran<;aise compléte. Herhaling, voortzetting en uitbreiding der spraakkunst. Lezen. Vertalen. Dictée. Voortzetting van de aardrijkskunde van Nederland en de Nederlandsche bezittingen. Oude geschiedenis. Geschiedenis der middeleeuwen. Begin der nieuwe geschiedenis. Vaderlandsche geschiedenis tot en met de 16de eeuw. L. Mulder, Handleiding tot de kennis der Algemeene Ge schiedenis. NEDERLANDSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE. FRANSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE. GESCHIEDENIS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 253