Bijlage BB.
Ter voldoening aan het voorschrift van art. 34 van het
Koninklijk besluit van 2 Augustus 1815 n°. 14, en van art. 26
der gemeenteverordening n°. 391gelet op de aanschrijving van
den Commissaris des Konings, van 23 Januarij 1873 n°. 143,
hebben wij de eer U het verslag aan te bieden omtrent den
staat van het Gymnasium binnen deze gemeente, over het
schooljaar 18731874.
Toen in September 1873 de cursus aanving, trad ook voor
het eerst in werking de nieuwe organisatie, op 17 Junij 1873
vastgesteld en waarvan breedvoerig gesproken is, in ons vorig
Verslag, van 5 Augustus 1873. Aanvankelijk werd het in
werking brengen dezer nieuwe organisatie belemmerdvooreerst
omdat het voor het Gymnasium bestemde gebouwin het
Westeinde niet kon betrokken worden vóór Januarij 1874.
Dientengevolge ontbraken de laboratorianoodig voor het on-,
derwijs, bedoeld sub l en m van art. 2 der verordening n°. 391.
De benoeming van een leeraar in de wis- en natuurkunde ging
bovendien ook niet voorspoedig, zoodat het onderwijs in die
vakken nog voorlooplg moest worden opgedragen aan twee
leeraren van de Hoogere Burgerschool, de Heeren van der
Waals en Snijders, tot dat eindelijk op 18 November door
den Gemeenteraad een leeraar in de wis- en natuurkunde be
noemd werd, die echter niet vóór 1 Januarij zijne betrekking
kon aanvaarden.
VERSLAG van Curatoren omtrent den Slaat van
hel GYMNASIUM der gemeente 'sGravenhage
gedurende hel schooljaar 1873—1874.