'i houtbekleeding uit de 18e eeuw voorzienspringt die verwaar- loozing van oorspronkelijk schoone vormen des te meer in het oog; in één lokaal, de 5de klasse, kan men niet minder dan vijf papiersoorten als behangsel naast en tegen elkander geplakt opmerken. Een kanaal tot afvoer van overtollige vloeistoffen in het laboratorium, geeft ongezonde en stinkende uitdampingenin welk kwaad noodzakelijk zal moeten worden voorzien. Ten gevolge van de gemeenteverordeningen n°. 391 en nn. 392 trad op den Isten September 1873 het door UEd. Achtb. be noemde nieuwe collegie van Curatoren op. Het bestond toen uit de heeren Mr. F. de Geeve Jhr. Mr. H. J. van dee Heim Br. J. Bosscha, Dr. M. P. Lindo en Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge. Dezen hielden op 4 September hunne eerste vergadering en verkozen tot Voorzitter Mr. F. de Geeve, tot Onder-Voorzitter Jhr. Mr. II. J. van dee Heim, tot Secretaris Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge. Het eerste werk van Curatoren was de vaststelling op 19 September van een reglement van Ordevan eene instructie voor den rector en voor den conrector, alle welken door Bur gemeester en Wethouders op 10 November daaraanvolgende werden goedgekeurd. Sedert den 4den September 1873 tot 1G Julij 11., werden door Curatoren 16 vergaderingen gehouden, het maandelijksche toezigt door de maandcuratoren waargenomen; terwijl eindelijk op 15 en 16 Julij door ons de overgangsexamina werden bij gewoond, waarvan de uitslag door den Rector reeds is openbaar gemaakt. Bij gelegenheid dat er in UEd. Achtb. vergadering van 14 April 11., werd beraadslaagd over de wijze van invordering der minervalia met het doel dezen niet meer door den rector, maar door den heer gemeente ontvanger te doen innen, is ook in behandeling gebragt, de verordening houdende vaststelling van het bedrag van het minerval. Op voorstel van UEd. Achtb. medelid Mr. A. de Pinto, is toen incidenteel het bedrag van het minerval met de helft vermeerderd en van /TOO tot /T50 gebragt. Daar wij door UEd. Achtb. niet in de gelegenheid waren gesteld vooraf ons gevoelen mede te deelen over dezen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 269