h. i. Algemeene Geschiedenis en Aaedeijkskunde. g. Vadeelandsche Geschiedenis. 1 uur. d. c. a. b. a. b. c. a. b. b. r. I I Götz von Berlichingen en van Themata uit de 1ste, 2de en 3de klasse van Reitz. Lezing en verklaring van Cicero’s Pro Lege Manilia, de Senectute en de Epist. ad Familiaris; van Sallustius (de Bello Cat.)van gedeelten nit de Metamorphosen en Fasti van Ovidius, en van den Phormio van Terentius. d. Feansch. 2 uren. Voortzetting van ’t taal-onderwijs. Opstellen over onderwerpen van eigen keus. Lezing en verklaring van een stuk van Corneille, Racine of Molière en van Paris en Amérique van Ed. Laboulaye. Korte geschiedenis der letterkunde van den tijd van de vorming der taal tot de eeuw van Lodewijk XIV. Spreekoefeningen. e. Hoogduitsch. 2 uren. Voortzetting der taalstudie. Lezing en verklaring van „Egmont van Goethe.” Gelijk aan die van de 1ste klasse. f. Engelsch. 2 uren. Vertaling in ’t Engelsch uit vertaaloefeningen van Cowan en Maatjes. Lezing en verklaring van Dickens’s Cricket on the Hearth, van Irving’s Sketschbook, Sheridan’s Rivals (Lacy’s acting ed.) en van Longfellow’s Poems. Behandeling van de‘ Staatsregeling van ons vaderland van ’t jaar 1428 tot 1858, volgens ’t Kort Overzicht van den leeraar. 4de druk. Erven Thierry en Mensing. (1873). 3 uren. it. Oostersche en Grieksche geschiedenis. b. Grieksche Mythologie volgens de schets van den leeraar. (’s Gravenhage 1874). k. Wiskunde. 2 uren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 278