J De boetseerklasse was ditmaal minder voltallig dan gewoon lijk en bestond slechts uit een achttal leerlingen. Gelijk altijd was de afdeeling van het elementair handteekenen goed bezet. Zij bestond uit 57 leerlingen, in drie klassen ge scheiden; van welke een deel beurtelings naar graphische voor beelden en naar pleisterfragmenten of meetkunstige figuren, tee- kende. In de ornementklasse bevonden zich 49 leerlingen. Vier jongelieden oefenden zich in het navolgen en bestudeeren van pleister-ornementen in verschillenden stijl; in de 2e en 3e klasse werd door 28 leerlingen bij afwisseling naar graphische model len eenvoudige pleisterornamenten en voorwerpen geteekend in de 4de klasse oefenden zich 17 leerlingen beurtelings naar meetkunstige en draadfiguren en eenvoudige modellen. De afdeeling Bouwkunde bestond uit 54 leerlingen. Zeven jongelieden woonden den cursus in de theorie der perspectief bijterwijl een twintigtal den cursus in de Geschiedenis en Leer der Bouwstijlen volgde. Ook ditmaal was de eerste klasse Bouwkunde bezet, en leverde de uitslag van de prijsvraag dier klasse, een concertgebouw met toebehooren, het bewijs, dat de leerlingen met ernst en talent hunne studiën voortzetten. De zomerlessen hadden grooten toeloop. Ongeveer 80 leerlingen oefenden zich naar pleisterornament en in bouwkundig teekenen. De cursus voor hen die zich tot het verkrijgen eener akte van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs voorbereiden, bestond uit drie vrouwelijke en vijf mannelijke leerlingen. Dit achttal bevond zich dagelijks van 95 ure in het gebouw en studeerde er, al naar het vak dat men gekozen had, in ver schillende afdeelingen. De eenige gelegenheid, welke deze in richting aanbiedt; om zich tot genoemd doel te bekwamen, schijnt wel gewaardeerd te worden, daar bij den nieuwen cur sus zich daartoe aspiranten uit Friesland, Zeeland, Noord-Bra- brant en Dordt deden inschrijven. Deze nieuw opgerichte cursus voor het middelbaar onderwijs benevens die voor vrouwelijke leerlingen, gevoegd bij het plan tot eene geheele reorganisatie van het onderwijs, maakten eene herziening van het Reglement der Akademie noodzakelijk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 284