I uit. De bevolking in dit gesticht die op 1 January 1874 bestond: Totaal. 37 82 45 11 19 8 53 48 101 1 5 6 11 47 43 90 zijnde acht verpleegden meer dan op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars. Zoodat het aantal verpleegden op 31 December 1874 beliep. 4 1 2 3 Mannen. Vrouwen. werd in den loop des jaars ver meerderd door de opname van zoodat in het geheel zijn ver pleegd Daarvan zijn: overleden op verzoek ontslagen en heeft zich een eigendunkelijk verwijderd Met gelijke zorg en naauwkeurigheid bleven de Directeur en zijne huisvrouw de hun opgedragen taak vervullen, niettegen staande die van lieverleden moeijelijker is geworden, doordien het aantal van zoodanige bestedelingendie nog geschikt en in staat zijn om in de huishouding als anderzins tot hulp op te treden gaande weg af neemt. Velen van hen, die daartoe vroeger nog eenigzins bekwaam waren zijn overleden of door ouderdom of invaliditeit daartoe ongeschikt geworden; terwijl onder de nieuw opgenomeneu onderscheidene worden aangetroflen die het Gasthuis als onherstelbaar verlieten, en wegens hunne ziekelijk heid of ligchaamsgebreken meer dan gewone hulp behoeven. In het vorige verslag is mededeeling gedaan van de aanstelling eener ziekenoppassereshet gevolg der gemelde omstandigheden. Deze heeft echter het huis weldra verlaten. Zij bekwam op haar verzoek met 31 October 1874 ontslag uit die betrekking. Hare plaatsvervangster bleef slechts 14 dagen werkzaam, en sedert 16 November werd eene bejaarde bestedelingemet hare taak belast

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 301