acht 4°. daarstelling van eene ruime havenkomals ligplaats voor de steeds in aantal toenemende goederen stoombooten en beurtschepen in verband met n°. 1 een ruime toegang voor het vervoer per as van de gemeente naar die havenkom; verbetering van eenige bruggen die, door hare inrigting, meer dan noodig het vervoer te water belemmeren; o. a. de Wagenbrug, de Loosduinsche brug, de Koninginne- brug en de Parkstraatbrug; demping van enkele grachten en, in verband daarmede, zijde blijven in de geschiedenis onzer gemeentelijke huishouding. Het had den schijn alsof de overijlingwaarmede indertijd werd besloten tot overneming der fabriek voor gemeenterekening later moest worden goedgemaakt door wikken en wegen, ook lang nadat de daarvoor beschikbare tijd was verstreken. De finantiëele gevolgen van zulke stappen komen natuurlijk voor rekening van de tegenwoordige en aanstaande gazverbruikers die zich, wel is waar, in eene voorloopige prijsvermindering mogen verheugen, maar toch altijd de kans blijven loopen de openbare straatverlichting uit hunne bijzondere middelen te zullen bekostigen. De middelen van verkeer bleven, behoudens eene in Hoofd stuk IV te vermelden uitzonderingwat zij waren. Gemeenschap te water buiten de gemeente onvoldoende; binnen de gemeente bemoeijelijkt door havengeld, boomsluitingnaauwe bruggen en kunstmatige versperringen. Gemeenschap per as door naauwe hoofdstraten veeltijds belemmerd. De spoorwegverbinding met Scheveningen blijft een desideratum welligt dat de ligging der nieuwe gazfabriek aan het ontstaan van een zijtak van den Hollandschen Spoorweg bevorderlijk zal zijn. De vischhandel op het buitenland zou daardoor zeker niet minder gebaat worden, dan de badplaats, die in bloei steeds toeneemt en milde bronnen van bestaan blijft verschaffen. Indien de Kamer zich mag veroorloven een programma te schetsen van hetgeen zij ten opzigte van het verkeer noodig dan zou zij daarin de volgende punten willen opnemen: 1°. 2°. 3’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 338