- V. NIJVEEHEID. waar b. Buitenlandse/). Volgens de ontvangen berigten kwam er geene verandering in de reederijen van de firma L. van deb Kilst en Zonen en J. J. van den Beeg. Voor zooveel ons bekend iswas dit ook het geval met die van de firma’s Hvijgens en Haedenbeeg en C. Jut en Comp. De tabeldie als bijlage aan dit verslag is toegevoegdver meldt de fabrieken zoo te ’s Gravenhage als te Scheveningen stoomwerktuigen worden gevondenzoomede het aantal arbeiders, aldaar op 31 December 1874 werkzaam, en het ar beidsloon. Ook ditmaal mist die tabel de zoo noodzakelijke vol ledigheid om dit gedeelte van ons verslag te doen zijn de getrouwe spiegel van den toestand van handel en nijverheid hier ter stede. Velerlei zijn de oorzakendie de industrieelen terughouden van het verstrekken der daartoe noodige gegevens. Hier is het schroom voor de ongelukkige werking der patentwet; daar wrevel dat regtmalige grievendoor hen onder het oog der Kamer gebragt en door deze in haar Verslag opgenomen, nog niet werden opgeheven, ginds onverschilligheid en gemis aan besef van het nutdat wordt gesticht door een verslaghetwelk den toestand de belemmeringen, de behoeften en wenschen van den handel en de nijverheid naar waarheid te aanschouwen geeft. Allen zooveel moeijelijkhedendie de Kamer telken jare ondervindt en die hare jaarlijks terugkeerende taak bezwarender maken. Vergelijkt men deze tabel met die over 1873 dan mist men op de eerstede Koninklijke Nederlandsche Steendrukkerij onder directie van S. Lankiiout, de grutterij van L. J. Wijsman en de fabriek van chocolade en suikerwerken van W. N. Raayma- kees. Daarentegen is in de hout- en marmerzagerij van M. Vieeling Jr. een tweede stoomketel bijgeplaatst, en is het stoomtuig van 5 p.k. in de fabriek van machinaal timmerwerk van de Gebr. van Malsen vervangen door een van 30 p. k. Voor zooveel wij aangaande de alhier gevestigde inrigtingen van nijverheid mededeelingen ontvingen, volgen zij hieronder.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 355