6°. 3°. 4°. 5°. 7°. c. Inrigtingen in het belang der werklieden. f fl De toestand der Leesinrigting voor den ambachtsman is vrij voldoende. Het ledental blijft op dezelfde hoogte: tusschen 250 en 300. Van de bibliotheek wordt steeds een druk gebruik gemaakt. Zij is weder met een groot aantal nieuwe werken verrijkt. Alleen de les in het boekhouden mogt in het afgeloopen jaar genoegzame deelneming vinden. Bij al hetgeen de leesinrichting haren leden aanbiedt blijft het steeds te verwonderen, dat zij zoo weinig deelneming, juist van den kant der werklieden ondervindt. Naar ons van andere zijde werd medegedeeld, wordt door den werkman als bezwaar tegen het gebruik van deze inrigting Door de Vereeniging tot bevordering van ambachten onder de. Israëlüen zijn in 1874 opgeleid 15 jongelingen, en wel voor de navolgende ambachten: schoenmaker 3, boekbinder 2, meubel maker 1kleedermaker 2letterzetter 1beeldhouwer 2kunst draaier 1, verwer 1, passementwerker 1, steendrukker 1. Van het herhalingsonderwijs is door de leerlingen geregeld gebruik gemaakt. Hun gedrag en ijver gaven over het algemeen reden tot tevredenheid. dat het Gemeentebestuur zich zooveel mogelijk onthoude van industrieele ondernemingen; dat de hoedanigheid van het door de Gemeente geleverd gaz verbeterd en de prijs daarvan, even als van het duinwater, ten behoeve van industrieel gebruik, verlaagd worde dat de kosten der straatverlichting niet langer uitsluitend ten laste komen der gazverbruikers dat de Wagenbrug eerlang worde verbeterd, ter voor koming van ongelukken en belemmering zoowel der passage als van de scheepvaart; dat de onhoudbare toestandonder de nieuwe wet op den ijk der balansen en bascules geboren, spoedig moge worden verbeterd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 361