1
I
a
Aan het einde van 1874 werd nog in ’t leven geroepen de
Coöperatieve Voorschot-vereeniging en Spaarbank te ’sGravenJiage.
Over de werking van deze inrigting in het afgeloopen jaar valt
dus nog niets te zeggen; wij moeten ons derhalve hier bepalen
tot de mededeeling dat het doel dezer Vereeniging, in art. 1
harer Statuten omschreven, is: door toepassing van het beginsel
van eigenhulp den leden het voor hun handel, nering of bedrijf
benoodigde kapitaal te verschaffen en tevens aan allen, die
’s Gravenhaagsche Voorzorgmaatschappij. In 1874 was het getal
inbrengers aanmerkelijk kleiner, namelijk 579 tegen 630 in 1873.
Gedurende de maanden Februari} tot October beliepen de spaar
penningen 15929.35, of 1172.60 minder dan in het vorige jaar.
De vrijwillige bijdragen van donateurs beliepen f 276; de
gewonnen renten op uitgezet kapitaal /’182.90, de administratie
kosten 215.80, zijnde respectively k 31, 80.10 en 29.20
minder dan in 1873.
De uitkeering heeft in November plaats gehad en weder,
even als in de laatste jaren, in geld. Daarbij is een bijslag
verleend van 139.93.
’s Gravenhaagsche Hulpbank. Hoewel niet in zoo groote mate
als in 1873, getuigt het aantal en het bedrag der toegestane
geldleeningen toch van de bij voortduring gunstige werking van
deze inrigting op de nijverheid en het welvaren van een aantal
neringdoenden.
Het getal aanvragen om voorschot bedroeg 644, van Welke
443 zijn toegestaan. De redenen der weigering betroffen in den
regel, hetzij den persoon des aanvragers hetzij die der borgen,
eene enkele maal ook het gemis eener affaire of verkoop van
sterken drank.
Het bedrag der gesloten leeningen bedroeg in 1874 f 67145,
of 1655 minder dan in 1873.
De leeningen tot het hoogste bedrag 300) waren minder
in getal: 87 tegen 102 in 1873; die van kleiner bedrag namen
toe, vooral die van f 150 en f 100. Het aantal toegestane
leeningen (443) was volkomen gelijk aan dat van 1873.