i
acre te trekken, en voor hunne tarwe hoogen prijs te bedingen.
In 1874 werd de hoop der landbouwers, in de noordelijkste streek
van Minnesota gevestigdin betrekkelijk weinige uren vernietigd.
Wat door de sprinkhanen gespaard bleef leverde een goed soort
tarwe, en is te New-York, als Minnesota (voorjaarstarwe) n”. 2,
tot een betrekkelijk hoogen prijs van 70 dollarcents per bushel
verkocht, maar was naauwelijks een achtste van hetgeen men
verwachten mogt.
Een sprinkhaanplaagzoo laat in het jaar, mag als een bij
uitstek zeldzaam verschijnsel worden aangemerkt.
Het heeft belanghebbenden dan ook geenszins ontmoedigd.
Integendeel, het maatschappelijk kapitaal werd volteekend; wel
een bewijs van vertrouwen in de zaak, dat wij hartelijk wen-
schen met de beste uitkomst in 1875 bekroond te mogen zien.
IX. Z A MEN STELLING EN HANDELINGEN DIB KAMEB.
Ter vervanging van den heer J. B. Maawils wiens bedanken
reeds in het vorig verslag werd vermeld, werd op 14 April
1874 gekozen de heer L. Sillevis. De heer W. Hoven, die
den 29 April 1874 voor het lidmaatschap bedankte, werd op
8 September 1874 vervangen door den heer P. F. W. Mouton.
De heer M. L. Hermans, eindelijk, op 31 December 1874 aan
de beurt van aftreding, gaf, om reden van gezondheid, zijn
verlangen te kennen, om niet meer te worden herkozen. Op
1 December 1874 werd de heer D. Boer Je. in zijne plaats
gekozen.
De Kamer hield hare gewone 12 maandelijkschc vergaderingen
en bovendien op 11 December 1874 eene buitengewone zitting.
Eene beknopte opgave van de belangrijkste werkzaamheden, in
hare bijeenkomsten verrigt, moge hier eene plaats vinden.
De Kamer wendde zich:
I. Tot den Gemeenteraad
a. bij brief van 19 Februarijn°. 6, met een betoog der
wenschelijkheid dat de belemmeringendie der scheepvaart
worden aangedaan tot verzekering der invordering van het haven
geld mogten ophoudenen met verzoek dat wanneer thans nog
niet tot afschaffing of vermindering van het havengeld mogt