b. dat de herijk om een zeker aantal jaren, verpligt worde
gesteld
c. dat in de wet worde gewaakt tegen misbruik van magt
tegen misbruik van magt door den gasfabriekant.
Vervolgens werden, naar aanleiding der Wereld-Tentoonstel-
ling te Weenen in 1873 gehouden, de navolgende vragen ter
bespreking gesteld:
Is de Nederlandsche Industrie ten achteren bij die van
andere landen Zoo jawat kan hiervan de oorzaak zijn
en welke zijn de middelen tot herstel
Na zeer breedvoerige bespreking werd de volgende motie
door de leden aangenomen:
„De Vergadering door de Verslagen der Weener Tentoon-
stelling ingelicht omtrent den achterlijken toestand der Neder-
landsche Industrieerkent dat de Industrie in de eerste plaats
de oorzaken en de middelen ter verbetering in zich zelf
heeft te zoeken.
Meer in het bijzonder de aandacht vestigende op de Neder-
landsche Industrie, acht zij het noodig, dat de verbeteringen
in den laatsten tijdin het onderwijs in het algemeen aan-
„gebragt, ook meer bijzonder op de ontwikkeling van den
„kunstzin worde toegepast.
De Regeering kan en behoort haar daarbij met alle moge-
lijke middelen bij te staan.
Op eene uitnoodiging van de Maatschappij van Nijverheid,
om van wege deze Afdeeling medewerking te willen verleenen
tot oprigting eener Industrie-school van meisjes alhier en daar
toe gedelegeerden door het Bestuur te benoemen om zitting te
nemen in de commissie van oprigting, werden door het Be
stuur dezer Afdeeling aangewezen de Heeren Mr. W. O. T.
van Ottdheusden P. F. W. Mouton en G. P. Gbandia,
en tevens tot eene geldelijke bijdrage besloten.
Aan vier werklieden werden eervolle getuigschriften voor
langdurige en trouwe dienst (gedurende 25 jaren en langer) op
plegtige wijze uitgereikt.