Omtrent de vele klagten over de overdreven hertaxatie van de gebouwde eigendommen in deze Gemeente werd eene com missie benoemd om daarover een nader onderzoek in te stellen en daarvan rapport uit te brengen. Vervolgens kwam aan de orde het Rapport der Commissie benoemd door deze Afdeeling om advies uit te brengen omtrent de vraag: „hoever de inmenging der Regeering behoort te gaan in de dienst en de exploitatie der spoorwegen Deze Commissie bestaande uit de Heeren G. P. de Bordes, Mr. G. Belineante, W. Hoven en J. E. Mülleb, kwamen aan het slot van hun uitvoerig en zeer zaakkundig rapport tot de volgende conclusion: 1°. Staatstoezigt over de dienst der spoorwegondernemingen in het belang der openbare veiligheid blijft dringend nood zakelijk. 2°. De regeling van de civielregterlijke verantwoordelijkheid behoort te geschieden bij de wet en niet bij algemeenen maat regel van inwendig bestuur. 3°. In het belang van handel en nijverheid behoort het gansche vervoerwezen bij de wet vollediger te worden geregeld en behooren de regten en verpligtingen tusschen vervoerders, afzenders en ontvangers naauwkeuriger te worden omschreven. 4°. Staatstoezigt over de dienst der spoorwegondernemingen in het belang van het openbaar verkeer mag niet ontaarden in Regeeringsgezagen Staatsexploitatie zou boven eene particu liere exploitatie, van het Staatsbevel geheel afhankelijk, de voorkeur verdienen. Na breede discussiën, vereenigde zich de vergadering met deze conclusiën. Vervolgens werd nog besproken de wensehelijkheid tot het oprigten eener kiezersvereeniging van industrieëlen en hande laren, bij eventuele vacature van leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, en zoodoende daarvoor wat meerder de belangstelling op te wekken. Daartoe is bereids eene commissie benoemd om deze zaak nader te onderzoeken en rapport uit te brengen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 381