36 maar wij hebben toch behoefte met dankbaarheid te ver klaren dat zijn werkzaam leven voor de Gemeente van groot nut geweest is en zijner nagedachtenis hulde te bren gen als aan die van een trouw en kundig ambtenaar. In de dienst werd tijdelijk voorzien door den onder- architect, die reeds gedurende de langdurige ziekte van den architect in diens plaats was opgetredenwelke tijde lijke voorziening langer heeft geduurd dan wij ons hadden voorgesteld. Evenwel werd reeds in de Raadszitting van 4 Augustus 1874 door ons een voorstel ingediend, dat, in overleg met de Commissie van bijstand voor de plaatselijke werken en eigendommen, was ontworpen en waaraan tot grondslag lag de overtuiging dat de werkkring van den architect te uitgebreid en te omvattend was om het in het belang der Gemeente te achten, daarmede een persoon te blijven be lasten. Volgens dat voorstel zou het personeel der Gemeentewerf voortaan moeten zijn zamengesteld uit een architect-directeur voor de algemeene leiding, de nieuwe werkenwaaronder die der gasfabriek enz. een architect voor de gewone dienst; twee hoofdopzigters een boekhouder; zes opzigters; teekenaars naar gelang der behoefte; twee klerken; een portier of looper, en het gevorderde tijdelijke opzigt bij buitengewone werken. Na de behandeling van dat voorstel in de afdeelingen Voor de begrooting, op welke de gelden ter uitvoering waren uitgetrokken, is het bij het vaststellen dier begroo ting goedgekeurd, maar het in werking brengen uitgesteld

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 42