53 De straatverlichting had tot 31 December plaats door middel van: 352 gaslichten 1ste klasse, waaronder 8 tijdclijk, 1210 2de 51 26 olielichten. Met dien dag was het contract, den 3 Mei 1844 met den heer A. van Oven aangegaan voor de straatgasverlichting gedurende dertig jaren, ten einde en met 1 Jannarij daar aanvolgende trad de Gemeente zelve, overeenkomstig het daartoe betrekkelijke Raadsbesluit, voor die verlichting op Het onderhoud van het materieel van het brandwezen geschiedt bij voortduring in eigen beheer en dat onderhoud levert stof op tot tevredenheid, want zoowel bij de proef nemingen als bij het gebruik van dat materieel blijkt tel kens dat het goed in orde is. Ofschoon alzoo geen veran dering uit dien hoofde gewenscht wordt, is toch na het in werking brengen der waterleiding in overweging genomen welken invloed deze gelegenheid, om overal en ten allen tijde water in voorraad te hebben, op de inrigting van het brandwezen moet uitoefenen. Hieromtrent is men evenwel nog tot geen besluit gekomen. Van de in het jaar 1874 voorgevallen branden was er slechts een die vermeld behoeft te worden, nl. die in den laten avond van 2 October in de Korte Hoogstraat op den hoek der Jufvrouw-Idastraat nu. 21welk pand voor een groot gedeelte is uitgebrand. Bij dezen brand werd water gegeven door de spuiten n°. 5, 4 en 6, die van de grena diers en jagers, 2, 3, 8 en 9. De overige branden waren, wij mogen het dankbaar vermeldenvan geringe beteekenis en konden door eigen middelen of door middel van extinc- teurs worden gebluscht. Rampen of ongelukken, die opmerking verdienen, heb ben wij niet te vermelden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 59