56 HOOFDSTUK VIII. Kerkelijke zaken. I F Het getal kerkelijke gemeenten en gebouwen heeft geen verandering ondergaan en evenmin is, voor zoo ver wij kunnen nagaanhet getal dienstdoende leeraren of geeste lijken voor de kerkgenootschappen gewijzigd. Wij mogen derhalve weder verwijzen naar het verslag van 1871, hetwelk op pag. 51 en 52 hieromtrent de gewenschte bij zonderheden bevat. De bouw eener Protestantsche kapel in de nabijheid van het Gemeente-badhuis te Scheveningenmag evenwel hier niet onvermeld blijven. Het denkbeeld van die stichting, evenzeer als de ver wezenlijking daarvandankt men den ijverigen leeraar der Ned Hervormde gemeente te ScheveningenDs. J. J. achteruitgang, die eenigen tijd bij het uit de vereeniging gevormde corps merkbaar was, geweken is deels door de gunstige bepalingen van het Kon. besluit van 20 Maart 1874, n°. 22, ten aanzien der miliciens, die leden zijn van weerbaarheids-vereenigingenmaar voornamelijk door het gratis in bruikleen verstrekken van uniformen, waarvoor de vereeniging een niet onaanzienlijk bedrag heeft beschik baar gesteld. Een honderdtal nieuwe leden trad in enkele weken toe, zoodat de vereeniging weder 260 leden telt, waarvan 243 tot het corps behooren. Bij den in September gehouden huishoudelijken wedstrijd gaven ook de nieuwe leden overtuigende blijken van ge oefendheid en de uitgeloofde prijzen werden dan ook met een groot aantal punten gewonnen. De Koninklijke prijs, bestaande in een servies uit de fabriek van Sèvres, werd met 47 punten behaald door den korporaal B.J. van Wijk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1874 | | pagina 62