«3
3°. Schouwburg.
Raad van bestuur om de Academie op gelijken voet te
brengen met dergelijke instellingen in het buitenland.
Ook gedurende het afgeloopen jaar was de Directie van
den Hollandschen Schouwburg in handen van den Heer
J. C. Valois, aan wien men geen ijver ontzeggen mag
in het hem toevertrouwde beheer. Of wij uit het oogpunt
van kunst evenwel vrijheid zullen hebben hem dat beheer
te laten behoudenis eene vraagwaarop het volgend
verslag eerst het antwoord kan bevatten.
De Raad heeft in January 1874 op ons voorstel bepaald
dat voor het tooneeljaar 1874/5 ten behoeve van den
Franschen Schouwburg weder een subsidie van 8000
zou worden toegekend. Onder die gunstige bepaling heeft
de Heer A. Defossez, onder wiens Directie het tooneel
jaar 1873/4 goed ten einde werd gebragt, op nieuw die
Directie gevraagd en bekomen, doch slechts korten tijd
na de opening van het nieuwe saizoen zag hij zich door
ziekte verpligt zijne betrekking te verlaten en werd onder
onze goedkeuring de Directie door hem overgedragen aan
den Heer Dr. F. G. A. Campbell over wiens beheer men
zich over het algemeen te beroemen heeft en die naar wij
vertrouwen bet tooneeljaar naar wensch zal doen afloopen.
De gelegenheid werd weder door ons gegeven aan het
Hoogduitsche operagezelschap te Rotterdamonder Directie
van den Heer J. F. Pflügingom eenige voorstellingen
alhier te doen plaats hebben. Van die voorstellingen wordt
door het publiek steeds met graagte gebruik gemaakt.
Bijzonderheden omtrent bibliotheken, verzamelingen en
tentoonstellingen van kunstvoortbrengselen enz.volks
bibliotheken en leesinrigtingenwaaromtrent ons slechts
om de vijf jaren verslag wordt gevraagd, hebben wij niet