I
I
I
i
98
Landbouw
en Veeteelt.
Landbouw.
Over het algemeen was de toestand van den land
bouw in het afgeloopen jaar niet zoo gunstig als in
1874, wel waren de weilanden vrij goed met gras
bezetmaar de voor hooioogst bestemde stukken
leverden naar evenredigheid der grootte niet veel op, waar
door het hooi in den winter zeer hoog in prijs was. Boven
dien zag men zich, ten gevolge van het natte najaar,
verpligt het vee reeds vroeg te stallenhetwelk natuur
lijk zeer in het nadeel was van den veehouder. Ook de
aardappelenteelt was niet voordeelig, terwijl de teelt
van verschillende groenten evenmin gunstig mogt
heeten.
Op vele punten wordt nog steeds het nadeel onder-
N°. 9. Instellingen tot werkverschaffing aan behoef-
tigen in daartoe ingerigte werkplaatsen.
Als bijlage KK volgen overigens de statistieke op
gaven betreffende de instellingen ter voorkoming van
armoede over 1875:
N°. 1. Banken van leening.
Wij vestigen de aandacht op de nota, gevoegd bij
de tabel der Bank van leening, waarin omtrent den
inwendigen toestand dier inrigting en over hare toe
passing en werking eenige bijzonderheden worden
medegedeeld.
N°. 2. Hulpbanken.
N°. 3. Spaarbanken.
De Voorzorg-Maatschappij heeft besloten voorloopig
geen gelden meer in ontvang te nemen.
HOOFDSTUK XI.
'n