103
gezet, het zij tot uitbreiding der wandelingen en der
waterpartij, hot zij tot vergrooting van het later als
teelland te verhuren terrein. De afzandingen van den
aannemer G. Key werden nog niet ten einde gebragt
doch intusschen werd een gedeelte van het terrein
als geschikt voor beteeling van hem overgenomen en
verpacht.
Ten aanzien van zandverstuiving gaf het afgeloopen
jaar ons geen aanleiding tot het nemen van nieuwe
maatregelen en werd derhalve met de gewone helm-
beplanting voortgegaan.
Veestapel.
Van de ziekten, die onder het vee heerschten,
maakten wij reeds op pag. 101 gewag en wij kunnen
dus hier volstaan met de herhaling, dat wij voor onze
Gemeente niet behoeven te berigten omtrent den vee
stapel, aangezien de alhier aanwezige hoeveelheid
slechts van zeer geringe beteekenis is.
De met 1 Januarij 1876 gedane telling gaf aan, dat
alhier waren:
6 dekhengsten,
1493 veulenmerriênveulens en werkpaarden,
247 ezels en muilezels,
10 springstieren
630 melkkoeijen en melkvaarzen,
36 kalveren en pinken,
362 schapen,
67 geiten en bokkenen
270 varkens.
In bijlage MM worden vermeld de middenprijzen van
de veld- en tuinvruchtenhet oofthet veede boter
de kaas, het hout en de schors, alsmede de ter markt
gebragte hoeveelheden daarvan.