I H 108 c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. omliggende dorpen ook gemakkelijker aftrek zouden vinden bij koopers uit andere standen. De verlaging der waagregten schijnt gunstig te werken op het gebruik der waag welk gebruik in het verslag wordt aanbevolen. Voor het overige mogen wij hier verwijzen naar de beschouwingen in gemeld verslag voorkomende ten aanzien van den groothandel, van den kleinhandel en van de winkelnering. - ■E- H. fes. Zie Hoofdstuk IIlett. b van bijlage 00alwaar in eene tabel de opgave voorkomt van de voornaamste in- en uitgevoerde handelsartikelen. In de Gemeente behooren 68 vaartuigen te huis, metende boven de 10 scheepstonnenen wel: 22 te Scheveningen en 46 te 's Gravenhage. Die van Scheveningen varen in den tijd der steur- havingvisscherij bijna uitsluitend op België; van die van ’s Gravenhage zijn 5 in gebruik voor het fabriekwezen; 5 zijn bewoonde leggers; 2 dienen voor bewaring van ammoniawater terwijl de overige voor verschillende aanvoeren bestemd zijn en toebehooren aan particuliere schippers. In 1875 werd slechts van 39,520 vaartuigen haven geld geheven. De vermindering van het cijfer tegen over het vorig jaar is grootendeels toe te schrijven b. Buitenlandsche handel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 114