113 aanbevolen rigting van dien spoorweg zijn onmiddelijk vele bezwaren gerezenwaaromtrent weder nader overleg met de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaat schappij werd gevorderd en waarvan op nieuw be twiste wijzigingen het gevolg waren. Die zaak kon daardoor in 1875 nog niet aan de orde worden gesteld. c. Nederlandsche Bank (Agentschap der). Bij ontstentenis van de gewone opgaven van het agentschap der Nederlandsche Bank in het verslag der Kamer van Koophandel, zien wij ons niet in staat dit jaar daaromtrent iets mede te deelen. Wij zullen ons beijveren daaromtrent in een volgend verslag volle diger te zijn. De alhier gevestigde inrigtingen, waarop de Kamer in Hoofdstuk VIII van haar verslag de aandacht ves tigt, zijn: de Billitonmaatschappij de Nederl.-Indische Spoorwegmaatschappij de Algemeene Nederlandsche Gasverlichting- en Verwar- mingsmaatschappij de Mijncompagnie «Nederland» en de Minnesota Land- Company d. Inrigtingen van verschillenden aard. 1°. Brood- en Meelfabriek. Deze Vereeniging, die zich sedert hare oprigting in het jaar 1862 steeds ontwikkelde, had zich in het afgeloopen jaar ook weder in een grooten vooruitgang te verheugen. Uit het ons toegezonden beknopt overzigt van den toestand der fabriek ontleenen wij ten bewijze daarvan 1°. dat in de meelfabriek 2686 last tarwe en 209 last rogge werden vermalen tegenover 1855 last tarwe en 220 last rogge in het jaar 1874, en 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 119