i I I I I i I I -I I I Beschrijving van de Duinwaterleiding voor ’s Gravenhage. 1. Het water der ’sGravenhaagsche waterleiding wordt ontleend uit de duinenstrook tusschen Sche veiling en en Wassenaar. Tot verzameling van het in de duinen opgegaarde water is een kanaal gegraven, dat in hoofdzaak de vallijen of pannen volgtwelke aangetroffen worden tusschen den Harstenhoek en het Wassenaarsche slagalsde Lange StrookViolendel Sparregat, het Scheepje en de kleine pan tot de zwarte pan. De hoogte van den bodem van het kanaal is ontworpen in overeenstemming met de verheffing van het terrein, hetwelk naauwkeurig gewaterpast en door boringen onderzocht werd. Het kanaal, zooals het is uitgevoerd, bestaat uit vijf panden en een verzamelput. De verzamelput, aan het benedeneinde van het benedenste of laagste kanaalpand gelegen, heeft eene bodemdiepte van 3 meter onder Delflandsch peil bij eene middellijn in den bodem van 38 meter; het is verbonden met het benedenste kanaalpand door een vak, dat van 3 meter onder DP. oploopt tot 1 meter onder DP., over eene lengte van 100 meters en eene bodems breedte heeft van 6 meter. De kanaalpanden zijn van elkander gescheiden door dammen, waarin zich bevinden duikers met schuivenom het water naar verkiezing van het eene pand in het andere te kunnen tappen. De afmetingen van de panden zijn in den volgenden staat aangegeven I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 166