J M'. Dc betrekkelijke ligging van het bezinkingsreservoir, de filters en de stoompompwerktuigenis voorgesteld op de situatie- teekening in het platenboek van het pompstation. De vallijen en het Duinkanaal tusschen Sclieveningm en Wasse naar zijn betrekkelijk laag gelegen en lieten niet toe het ver gaarde water regtstreeks door de zwaartekracht op de filters te doen stroomen; het was daarom noodzakelijk hierin kunstmatig te gemoet te komen en een bezinkingsreservoir te bouwen waarin het water uit het duinkanaal zoo hoog werd opgepompt dat het naar gelang der behoefte op een der twee filters kan afgelaten worden door middel van schuiven in de toelating- kokers tusschen het bezinkingsreservoir en de twee filters gebouwd. Het aldus toegelaten water zinkt door het filtermateriaal der filters en wordt verzameld door drains in een schoonwaterriool met drie groote putten; uit den middelsten put van het schoon waterriool wordt het duinwater getrokkenom in het buizennet te worden geperst. De afmetingen van het bezinkingsreservoir en de daaraan grenzende twee filters zijn in den hieronder volgenden staat omschreven LENGTE. BREEDTE. OMSCHRIJVING DEK ONDERBEELEN. 101.15 50.— 44.15 107.— 7.— 5.05 37.55 50.— 37.55 50.— 7.— 2.75 Schoonwaterriool 48.— 1.— 7.— 2.50 middellijn 4.— 7.— 2.50 5.— 7.— 2.20 Bezinkingsreservoir Filters Schoonwaterputten Zuigput in den bodem M1. aan den bovenkant in den bodem M>. in den bodem M1. in den bodem M1. HOOGTE BOVEN DP. I aan den Ibovenkant M1.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 168