'e bodem is van ooren voorzien en is met fnndatiebonten in
u
ff
tr
n
u
u
ir
n
bovenkant
30.20
32.00
37.00
43.00
43.97
DP.
n
5.00 M.
H
De reservoirbak is beneden in den omtrek van het cilindrisch
gedeelte van een stevig hoekijzer voorzièn, door middel waarvan
de bak draagt op een gegoten ijzeren ring, die op den cirkel-
vormigen draagmuur rust.
De ijzeren ring is in 12 stukken gegoten, die onderling door
middel van schroefbouten zijn verbonden en te zamen naauw-
keurig een cirkel vormen.
De gegoten ijzeren verdeelkast is een cilinder van 2 M. middel
lijn, van boven door een bolvormig deksel afgesloten en van
onderen met een platten bodem voorzien.
De verdeelkast bevat 4 tapsche spruiten van kragen voorzien
voor de aansluiting met de verschillende buisleidingen.
Het bolvormig deksel is voorzien van een tapsch stukwaarop
de standpijp verbonden is.
hei zware draagblok van metselwerk bevestigd.
Aan de flenzen van de verschillende spruiten zijn voor de
buisleidingen afsluiters aangebragt.
De hoogteafmetingen van het ijzeren hoogreservoir zijn als
volgt
onderkant gegoten ijzeren verdeelkast
7.00
van den bolvonnigen bodem van
den hoogreservoirbak
cilindervormig gedeelte van idem
idem idem
conisch gedeelte
van den bak
Bij het werken der stoompompwerktuigen uitsluitend met den
grooten windketel zonder de standpijp, werd in September 1874
de ondervinding opgedaan, dat zoo véél lucht in het buizennet
werd gedrongen, dat het barsten van pijpen er het gevolg van
moest zijn.
Intusschen zou toch in gevallen van onverhoopt herstel aan
het Hoogreservoir of het schoonmaken er van alleen met den
windketel moeten gewerkt worden, gelijk oorspronkelijk in het
avant-project zelfs als normale toestand werd aangenomen. Om