I Den 17den September 1874 werd het water in het buizennet geheel toegelaten en begon de waterlevering, die met 1° October daaraanvolgende algemeen werd en sedert onafgebroken werd voortgezet. Het werk werd dus feitelijk in 26 maanden voor de geregelde exploitatie in orde gebracht. Intusschen werd hetgeen nog aan de voltooijing van enkele deelen der werken ontbrak, van lieverlede tot stand gebracht, zonder evenwel de exploitatie in eenig opzicht te hinderen. 8. Na de opening van de exploitatie was de toeneming in het verbruik betrekkelijk aanzienlijk, zoodat in October 1875 de navolgende perceelen met de Duinwaterleiding waren aan gesloten 2317 particuliere perceelen; 2977 woningen in hofjes; 230 perceelen voor industrieel gebruik; 37 Rijksgebouwen 23 Gemeente-gebouwen 5584 perceelen. 9. Sedert het begin der exploitatie bleef het water steeds boven het peil dat voor het eerste en laagste pand als Normaal peil was aangenomen (DP). De laagste en hoogste standen van het water in de verschil lende kanaalpanden in 1875 tot October waargenomen zijn in onderstaande tabel vermeld: HOOGSTE WATERSTAND. LAAGSTE WATERSTAND. KANAAL- PANDEN. 2.02 3.37 4.09 4.69 5.11 In Junij. September. id. id. id. Hoogte boven DP. M. 1.48 2.13 3.22 4.05 4.65 Hoogte boven DP. M. 1ste Pand 2de 3de 4de 5de In Januarij. Maart. Februarij. Maart. Mei. Op welk tijdstip. Op welk tijdstip.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 177