I
u
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen
- 2.865,852.21
I
f 700,000 en
- 600,000.
1
1
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten
Rekening (art. 221 der wet van den 29sten Junij 1851
(Staatsblad n°. 85), zijnde die over het dienstjaar 1874,
bedragen
de ontvangsten. f 2,300,323.57 j
en de uitgaven- 2,225,517.47
sluitende die rekening met een saldo van f 74,806.10^
Overigens zal het voldoende zijn te verwijzen naar
de Bijlagen J en K, houdende afzonderlijke vermelding
van den aard der ontvangsten en der uitgaven.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
Begrooting (art. 207) voor het dienstjaar 1876, is het
geraamd bedrag der
ontvangsten. 2,862,852.21
en der uitgaven
Saldo.
In 1875 heeft de Gemeente eene geldleening aange
gaan van f 550,000 tegen 4| pCt. interest en gaf zij
de twee eerste seriën uit eener geldleening van f1,800,000
tegen gelijke rente ten bedrage:
de 1ste serie van
2de
Voor de geldleening van f 550,000 werd ingeschre
ven voor een bedrag van ƒ1,848,000, waarvan de Raad
voor 93{- pCt. alle inschrijvingen aannam van dien prijs
en daarboven.
De inschrijving voor de le serie der leening van
f 1,800,000 bedroeg in het geheel f 1,193,000 en zij