1
Tot de in het vorige verslag vermelde verrigtingen in 1871
behoort ook de inzending aan den Gemeenteraad van een adres
waarin werd aangedrongen op wijziging van eenige bepalingen
in de politie-verordeningwier herziening destijds aanhangig
was. Het verslag van de commissie voor de strafverordeningen
in wier handen dit adres werd gesteldis daarbij opgenomen
met nog eenige opmerkingen naar aanleiding daarvan. Ook om
trent het in den gemeenteraad bij de discussie over dat rapport
gesprokene, heeft de Vereeniging nog in het vorige verslag hare
zienswijze doen kennen. In hoeverre aan hare opmerkingen ge
hoor gegeven werd bij de vaststelling der politie-verordening
kan door iedereen worden nagegaan, en wie zich de moeite
daarvan wil getroostenkan 2ien dat de gemeenteraad geens
zins alle opmerkingen der Vereeniging heeft opgevolgd.
Nog twee andere adressen zijn door de Vereeniging in 1871
aan den gemeenteraad ingezonden. Het eene adres, ingekomen
in de zitting van 19 September, had betrekking tot eene aan
vrage van de heeren Watson c. s. tot het verkrijgen van con
cessie voor aanleg van eene waterleiding; de Vereenigingmeende
naar aanleiding dier aanvrage het stilzwijgen niet te mogen be
waren, en den gemeenteraad opmerkzaam te moeten maken op
eenige bepalingen, die haar bedenkelijk voorkwamen, met het
oog op waarborgen voor de deugdelijkheid van het water, en
betrekkelijk den langen duur der concessie. De Vereeniging drong
dan ook aan op aanleg eener waterleiding van gemeentewege.
Het andere adreseenige weken vroeger ingezondenen inge
komen in de zitting van 22 Augustus, heeft meer blijvend be
lang. Destijds scheen er gevaar te bestaan voor eene epidemie
van cholera asiatica; op enkele plaatsen in ons werelddeel open
baarde zich op nieuw de ziekte die niet ten onregte vaak de
gevreesde wordt genoemd. De Vereeniging stelde dan ook den
gemeenteraad eenige maatregelen van voorzorg voor, die insge
lijks nuttig mogen heeten wanneer geene cholera-epidemie kan
gezegd worden te dreigen. Behalve op verbeteringen, dieinmid
dels geschied of nu niet meer zoo dringend noodig zijn, als:
aanleg eener duinwaterleiding,
verstrekking van zuiver drinkwater,