Artikel 1. Ieder die varkens wil houdenis verpligt vooraf ter Secretarie het getal varkenséén of meerbenevens de plaats waar hij ze wil houden aan te geven. Elke aangifte wordt aldaar dadelijk in een daartoe bestemd register ingeschreven en door den aangever, dit verkiezende, geteekend. Als bewijs van verrigte aangifte geldt alleen de schriftelijke verklaringdie bij wijze van uittreksel uit het register dadelijk en kosteloos aan den aangever wordt uitgereikt. Art. 2. Het is verboden1°. een of meer varkens te houden vóór de aangifte in art. 12’. meer varkens te houden of varkens te houden in eene andere plaats dan in het register is vermeld. Art. 3. Het is verboden1°. een of meer varkens te houden in een hokof in eene andere bergplaats die niet is gelijk met of boven den beganen grond en geheel afgescheiden van de woonvertrekken2°. de varkens-ier te laten afloopen op eens anders erf of middellijk of onmiddellijk in eene gemeenschappe lijke of algemeene afwatering. Art. 4. Het is verboden een of meer varkens te houden in een hok of in eene andere bergplaats aan de openbare straat op zich zelf staande. Art. 5. Het is verbodenmeer dan één varken te houden in een hok of in eene andere bergplaatsdie niet is voorzien van een digten gemetselden vloer van ten minste twee lagen in zoodanige hellende ligging dat het vocht afloopt onmiddellijk in een gemetselden put of bak met gelijken vloer. Burgemeester en Wethouders kunnen waar de plaatselijke gesteldheid dit huns inziens toelaatgeheele of gedeeltelijke vrijstelling geven van deze bepaling. Art. 6. Ieder houder van één of meer varkens is verpligt éénmaal in de weekop een door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijd, zijn varkenshok of zijne andere bergplaats van den daarin aanwezigen mesten den in art. 5 bedoelden put of bak van het daarin aanwezig vocht te zuiveren. De zuivering moet geschieden dien dag ’s ochtends vóór negen ure. Art. 7. Het is den houder van één of meer varkens verbo den ze te voeden met rottende of bedorven dierlijke zelfstan-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 219