•5
centisch watergehalte berekend. Vervolgens is deze commissie
uitgebreiden zijn daaraan toegevoegd Dr. Dozy de heer
Duparc en Dr. Vinkhuijzen. Door de vergroote commissie
heeft daarna nog een onderzoek plaats gehad naar het gewigt
van brood van 67 bakkers en van 5 depothouders der ’s Gra-
venhaagsche brood- en meelfabriek welk onderzoekmedege
deeld in de vergadering der Vereeniging in Mei van het zoo
even genoemde jaar, de hier volgende resultaten heeft gegeven.
De prijs van het kilo huisbakkenbrood bedroeg 11 cents bij
alle verkoopersbehalve bij één waar 9 één waar 10 en één
waar 10 J cent moest worden betaald. Het gewigt dier brooden
was zeer verschillendzoodat één brood 533 grammen woog
en een ander slechts 415 grammenhet brood dat tegen lageren
prijs verkocht werdhad een evenredig kleiner gewigtacht
van de onderzochte broodendie alle verkocht werden als een
half kilogram wegendewaren meer dan 500 grammen zwaar
drie-en-twintig brooden verschilden in gewigt tusschen 500 en
475 grammentwee-en-dertig tusschen 475 en 450negen an
dere tusschen 450 en 415. Zondert men de acht bakkers uit,
wier brood meer dan 500 grammen woogdan blijkt het dat
de anderen gemiddeld 1 cent duurder verkoopen dan de eersten.
Bij dit onderzoek is evenwel waargenomen dat het gewigt van
het brood niet altijd, hetzelfde is bij denzelfden bakker; er was
namelijk verschil bij dit onderzoek en bij het eersteboven
vermeld. Herhaling van het onderzoek scheen dus in elk geval
noodigalvorens zoude kunnen beslist wordenwelke bakkers
in den regel brood van te weinig gewigt verkoopen.
In 1873 heeft de Vereeniging ook gemeend een onderzoek te
moeten instellenin hoeverrezooals sommigen barer leden en
waarschijnlijk ook vele niet-leden vreesdengevaar voor veront
reiniging van het duinwater kon bestaan tengevolge van het
plaatsen der waterbuizen in en door riolen. Eene, tot onder
zoek van deze zaakbenoemde commissie van drie leden (de
HH. de Bobdes Fi.tn.te en Sinobds) heeftonder dagteeke-
ning van 30 Aug. 1873dienaangaande medegedeelddat de
vrees voor verontreiniging van het water ongegrond scheen,
zoolang de aanvoer onder zoo hooge drukking stond als aan-