I l L F K Na aan anachronisme ons schuldig gemaakt te hebben in de vermelding van de geschiedenis der cholera-commissievervolgen wij die onzer Vereeniging. In 1874 werd de Vereeniging door de gezondheidscommissie te Deventer uitgenoodigdhet initiatief infectie, aan welk onderrigt ook de assistent-opzigter der ge meentewerkenop last van Burgemeester en Wethouders, deel nam. Van Burgemeester en Wethouders ontving de commissie be schikking over localen, voor het houden van vergaderingen, en voor een depót van desinfectiemiddelen en andere door haar aan geschafte voorwerpen, en werd haar de zorg voor het desinfec teren van, ten gevolge van cholera, besmette huizen en voor werpen opgedragen. Dat de ziekte zich niet epidemisch openbaarde, en alzoo de commissie niet noodzaakte meer werkdadig op te treden, mogt ook gelukkig heeten met het oog op haren finantieelen toestand. Op het einde van November namelijk waren de haar verstrekte bijdragen niet hooger geklommen dan tot f 800: in de December- vergadering der Vereeniging besloot deze haar een crediet van f 100 te openen. Na ongeveer een jaar bestaan te hebbenzonder dat zich eene eholera-epidemie ontwikkelde, kwam in de commissie de vraag aan de orde, of zij zich zoude ontbinden; het voorstel hiertoe werd evenwel met groote meerderheid van stemmen verworpen. De commissie wenschte permanent te blijven; de haar toebehoo- rende gelden, nog ƒ500, werden aan het bestuur der Vereeni ging ter hand gesteld, dat ze in de spaarbank der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft geplaatstarchief en enkele voor werpen, volgens bijgevoegden inventaris, werden aan de zorg der Vereeniging toevertrouwd. Alzoo bleef in onze gemeente eene commissie voortbestaan, diemogt zich de ziektede weleer onbekende maar nu geen onbekende meer vroeger of later weer hier openbarenwaar schijnlijk veel zal kunnen doen om de gevolgen van die onge- wenschte gebeurtenis minder noodlottig te maken. Het voordeel van het bestaan van zoodanige commissie zal wel boven allen twijfel verheven zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 229