eene vereeniging De Vereeniging tot verbetering, van den gezondheids toestand te ’s Gravenhage Dr. C. W. Eikendal, Voorzitter. Mr. C. P. D. Pape, Lid en Secretaris. de Gemeentebesturen, naar het eerbiedig oordeel der Vereeni ging, behooren te worden getroffen. De meeste Gemeentebesturen, die echter thans huiverig zijn om belangrijke kosten aan te wenden, behooren verpligt te worden tot het nemen van algemeene en doeltreffende maatregelen. Ter bereiking van dit doel neemt de Vereeniging eerbiedig de vrijheid, voor deze aangelegenheid Uwer Majesteits welwil lende aandacht in te roepen, overtuigd als zij is, dat, waar het stoffelijk en zedelijk belang van Nederlands volk door Uwe Majesteit kan worden bevorderd, de gelegenheid hiertoe voor Uwe Majesteit welkom zal zijn. Onder instemming met het, onder dagteekening van 21 De cember 1872, door directeuren der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Nijverheid tot Uwe Majesteit gerigt adres, wendt zich de Vereeniging derhalve met allen eerbied tot Uwe Majesteit, met het gedienstig verzoek, dat het Uwe Majesteit moge behagen, door Uwe Regering aan de Staten-Generaal eene wet te doen aanbieden, houdende strafbepalingen tegen het verontreinigen van den bodem en het water door faecale en onreine stoffen. Het zij der Vereeniging geoorloofd, Uwe Majesteit bij hare eerbiedige hulde de betuiging aan te bieden van hare verknocht heid en trouw. In hetzelfde jaar werd, naar aanleiding van eene hiertoe, van eene vereeniging van bouwkundigen ontvangene uitnoodi- ging beslotenna te gaan welke wijzigingen bij eene eventueele herziening der ’s Gravenhaagsche bouwverordeninguit een hygieinisch oogpunt als wenschelijk moesten beschouwd worden. Dienaangaande werd een onderzoek opgedragen aan deheeren van Cappelle, Egeling, Fijnje en Singels, wier rapport van den volgenden inhoud was:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 231