J 4 DE SCHODEN. zal aanbrengen, en van het gedurende geruimen tijd ondervon- den gebrek aan hulppersoneel. De restanten op de armenscholen waren in het najaar van 1875 voor de school in de Nieuwe Schoolstraat 45, voor die op het Kortenbosch 39 kinderen. Wat de uitkomsten van het openbaar lager onderwijs betreft, zoo leerde de ondervinding, dat leerlingen, die den ganschen leertijd volbragten, in het af te leggen examen voor de toelating op de Teekenschool en de Ambachtschool hier ter stede volko men slaagden. De voor genoemde inrigtingen niet toegelaten leer lingen der openbare scholen waren zij, die de hoogste klasse niet of slechts ten deele hadden doorloopen. Evenzoo legden de jongelingen der beide scholen voor meer uitgebreid lager onder wijs, welke den geheelen schooltijd hebben bijgewoond, het toe latingsexamen voor de hoogere burgerschool en de burger dag en avondschool met gu.nstigen uitslag af. In haar vorig verslag vleide zich de Schoolcommissie met de hoop, dat nog vóór het einde van het jaar 1875 in de zoo dringende behoefte aan schoollokalen zou worden voorzien door den bouw eener nieuwe armenschool aan de noordwestzijde der Gemeente. Die hoop is niet verwezenlijkt; eerst het jaar 1876 zal eene nieuwe school in de Hemsterhuisstraat zien openen, daar de bouwofschoon in het vorig jaar aangevangenniet tijdig genoeg voltooid is kunnen worden, om nog in dat jaar voor het beoogde doel te worden gebezigd. Den bouw eener nieuwe school voor onvermogenden in het midden der kom van ’s Gravenhagewaardoor de school in de Lepelstraat zou vervallen en tot bewaarschool ingerigt worden, blijft de Schoolcommissie wenschelijk achten, ook voor het tot stand brengen eener goede schoolwijkverdeeling. Aan de min gelukkige plaatsing der aanwezige scholen, die thans nog na- deelig op het schoolbezoek werkt, zou daardoor veel te gemoet worden gekomen. Wat de bestaande schoollokalen betreft, zoo mag de School commissie den wensch niet terughouden, dat de beoogde af-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 244