van
51
117
Het toezigt op het onderwijs-
Art. 54. Met 1 January 1876 waren Mr. F. de Greve,
Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, Mr. D. Veegens, Mr. A.
A. de Pinto, Mr. B. II. M. Hanlo en Mr. N. J. van Ussel-
steyn aan de beurt der aftreding. Allen werden herbenoemd,
behalve de heer de Greve die gemeend had geen nieuwe op-
dragt te mogen aanvaarden. Ongaarne mist de Schoolcommissie
den mandie sedert de invoering der wet van 1857 als haar
Voorzitter, na reeds vroeger geruimen tijd lid te zijn geweest,
door ijver en belangstelling in alles wat met de zaak van het
onderwijs in verband staat, boven velen uitmuntte. De Gemeente
raad benoemde in zijne plaats Mr. C. J. E. graaf van Bylandt.
Tot Voorzitter koos de Schoolcommissie Mr. E. G. P. Gertsen,
tot nu toe Penningmeester, en in diens plaats tot Penningmees
ter Mlâ. N. J. VAN IJsSELSTEYN.
Daar Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet geene herbenoeming
als secretaris wenschte, werd die betrekking aan Mr. C. J. E.
graaf van Bylandt opgedragen.
zeer, dat de toestand daar veel, zeer veel te wenschen overlaat.
Op de Gemeente-bewaarscholen waren op 1 December 1875
werkzaam 5 bewaarschoolhouderessen23 helpsters en 24 kwee-
kelingen. Het getal der toegelaten kinderen bedroeg toen:
1049 jongens of 58 minder dan in 1874.
1028 meisjes 22
te zamen 2077 kinderen â80
Behalve deze openbare waren aan de Schoolcommissie nog 17
bijzondere bewaarscholen bekend. Zij werden bestuurd door een
hoofdonderwijzer en 16 bewaarschoolhouderessen; 60 helpsters
en kweekelingen waren daarop werkzaam. Het getal der kinde
ren op deze scholen toegelaten bedroeg
1397 jongens of 66 meer dan in 1874.
1358 meisjes 51
te zamen 2755 kinderen â117
Aan zes personen werd na afgelegd examen de akte
algemeene toelating als bewaarschoolhouderes uitgereikt.
22
80
r
T>