i
Bijlage IJ.
Het openbaar onderwijs.
VERSLAG omtrent den toestand van het openbaar
en bijzonder Middelbaar Onderwijs in de Gemeente
’sGravenhage, gedurende 1875, gedaan ingevolge
art. 52 der wet ran 2 Mei 1863 (Staatsblad n°. 50).
1. De scholen en hare leerlingen.
Art. 13 der wet. Door de splitsing der eerste klasse van de
Burger dag- en avondschool in twee afdeelingen, werd het nood
zakelijk een vertrek meer tot schoollokaal in te rigten. Ofschoon
dit vertrek geheel naar het verlangen des Directeurs werd in
orde gebragt en daardoor een beter aanzien kreeg, blijft het als
schoollokaal zeer ongeschikt. De overige lokalen zijn over het
algemeen voldoende.
Het meubilair onderging nog geene verandering, doch de ze
kerheid bestaat thansdat de oude en ondoelmatige schoolbanken
weldra door nieuwe zullen vervangen worden.
Door het aanbrengen van duinwater werd in eene groote be
hoefte voorzien, terwijl voor reinheid en luchtverversching in de
verschillende vertrekken veel beter dan vroeger kan gezorgd wor
den tengevolge van de aanstelling van een concierge-amanuensis.
De cursus 1874—1875 begon met zestig leerlingen. Hiervan
vertrokken vóór September 1875 twaalf en op 1 September 1875
achttien leerlingen, waarvan acht met getuigschrift.
Voor zoover bekend, was hunne bestemming als volgt:
2 werden militair;
1 machinist-leerling
1 oefent zich verder voor de akte middelbaar onderwijs voor
het teekenen;