1°. 2°. Met ingang van 1 April 1875 werd aan Dr. J. ten Brink, op zijn verzoek, eervol ontslag gegeven als leeraar in de staat huishoudkunde aan de Burger dag- en avondschool. Toen werd besloten deze vacature open te laten tot September, en inmiddels het daardoor vrijgevallen uur met wiskunde aan te vullen. Sedert werd tot leeraar in de staathuishoudkunde benoemd Mr. W. C. Jansma van bek Ploeg, advocaat alhier, die zijne lessen den Isten December 1875 aanvaardde. De heer H. J. van der Weele, onderwijzer in het regtlij- nig- en handteekenendoch tot dusverre alleen voor het laatste wettig bevoegdverkreeg de akte middelbaar onderwijs ook voor het regtlijnig teekenen, en werd dien ten gevolge definitief aan gesteld. Aan de Hoogere Burgerschool was door de splitsing in meer parallelklassen vermeerdering van het getal leeraren noodzake lijk en van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om de heeren ten Brink en Dirksen van het onderwijs in de Nederlandsche taal en den heer Salverda de Grave van dat in de aardrijks kunde te ontheffen. Voor den heer de Grave bleef dan de alge- meene geschiedenis, voor den heer Dirksen het Fransch in de lagere klassen en voor den heer ten Brink de vaderlandsche geschiedenisde staatswetenschappen en de Nederlandsche letter kunde (de laatste in de vierde en vijfde klasse) over, waarvoor zij respectivelyk toch nog drie en twintig, een en twintig en vier en twintig uren 's weeks les zouden moeten geven. Ook voor het Engelsch en Duitsch moest vaste hulp worden gezocht en daarom werd besloten een onderwijzer voor Engelsch en Duitsch gezamenlijk aan te stellen, met het doel dat deze die beide talen uitsluitend in de eerste klasse zou onderwijzen. De heeren Gomm en Klein zouden dan toch nog ieder een en twintig uren ’s weeks te geven hebben. Ten gevolge van een en ander werden benoemd: de heer P. Zeeman voor de wiskunde, op een trakte ment van ƒ1800. de heer A. W. Stellwagbn voor de Nederlandsche taal op een traktement van ƒ2000.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 291